Cornelis de Vos: De Geboorte (Mysteries van de Rozenkrans)

“Cornelis De Vos … heeft in dezen kersnagt ook zeer verstandiglijk alle het Licht doen weerschijnen uyt het afbeldzel van den geboren Messias, als zijnde het goddelijk Licht in de Duysternissen der volkeren”
(zo schreef Jacob van der Sanden in 1781).


In de ‘Geboorte’, derde tafereel in de cyclus, zie je dat Cornelis De Vos wel met licht en schaduw kan spelen met zijn kleurpenselen.

We hebben deze meester al ontmoet in het Museum Mayer van den Bergh met zijn kinder­portretten; ook deze en andere ‘Geboortes’, kan je lezen als een familiegebeuren.

Een fiere moeder Maria licht de luiers om het kind te tonen aan de herders; Jozef houdt zich in de schaduw van zijn echtgenote op en richt zijn aandacht op de engeltjes alsof hij alleen ze ziet. De pendant of tegenhanger van Maria is hier de andere jonge vrouw met de melkkan op het hoofd. Wit lichten haar schort en mouwen op, blank haar hangende en gestrekte arm; een zachte glans doet het geelkoper oplichten.

De uiterlijke lichtbron is het pasgeboren kind; het straalt op de krachtig weergegeven gekleurde tunieken en kledingstukken van de herders in aanbidding. Het werpt ook warmte op de jonge en oude gezichten, in

“Opregte blijdschap op de aenzigten”;

het meest verfijnde gelaat lijkt toch die van de jongen met de staf over zijn schouder – dat de Vos kinderen kon schilderen, wordt hier nogmaals bewezen.

Kleuren zijn niet zomaar een lust voor het oog of vergezochte contrastmiddelen; het kostbare ultramarijn van Maria’s kleed omhult haar witte sluier en blanke huidtint, symbool voor haar zuiverheid. Het lammetje als cadeau symboliseert als een voorspelling reeds het Paasmysterie.

Vergelijk dit tafereel straks met de ‘Aanbidding der herders’ door Rubens.

Volg de reeks Mysteries van de Rozenkrans

Scroll naar boven