Cornelis de Vos: Familieportretten, de kinderen Vekemans
In Museum Mayer van de Bergh: ga naar zaal 2 – Barokschilders
Koester familiebanden; treed binnen in een huiselijke sfeer.
Ook al zijn deze portretten op de kop 400 jaar oud (ze zijn gedateerd ten laatste 1624) en is de kledingmode radicaal anders, we kunnen herkennen waar ze voor staan: huiselijk geluk.
Welstellende ouders, kooplieden of – jawel, de schilders zelf – laten zich in familie portretteren, als groep, of bij dezen, als individuele schilderijen, ook van de jongsten. Een aandenken voor later aan mogelijk zorgeloze kinderjaren; een pronkjuweel dat de huiskamer kon sieren en de bezoeker als een uiterlijk teken van welstand kon imponeren; een ideaalbeeld ook van het harmonische huwelijk gericht op gezinsuitbreiding.
Schilder Cornelis de Vos heeft er zijn specialisme van gemaakt. Naar hetgeen men van hem weet, een evenwichtige persoonlijkheid, waardoor er wederzijds een perfect aanvoelen bestond tussen de wensen van de opdrachtgevers en het vakmanschap van de schilder: weergeven wat je ziet.
Hij is een van de eersten die kinderen kinderen laat zijn en geen miniatuurvolwassenen. Hun spontane uitdrukking en open blik legt hij nauwgezet vast. De rijkelijke stoffen zijn niet bestemd om in te ravotten en suggereren trouwens dat ze op kindermaat XS/S uitgevoerde modeartikelen van de volwassenen zijn.
Er is een beetje twijfel over welke kinderen Vekemans ons zo hedendaags aankijken. Voor de jongen zou het Frans zijn op zijn vierde of vijfde (want er is een apart portret van Jan); het meisje is de achtjarige Elisabeth of haar jongere zus Cornelia. Kort na het realiseren van deze portretten is vader Joris overleden op 35-jarige leeftijd; de meisjes zijn ook maar elf en zeventien geworden.
Van die schaduwzijde van het bestaan merk je niets in deze bekoorlijke portretten; ook hun intieme persoonlijkheid, voor zover ontwikkeld op hun jonge leeftijd, komt niet tot uiting. Die diepere laag onder de verf suggereren, is voor van Dyck weggelegd.
In Museum Mayer van den Bergh: blijf in dezelfde zaal