Sint-Paulusstraat: Sint-Pauluskerk

De Sint-Pauluskerk

In het museum vind je alle grote meesters, maar in deze kerk hangen de werken van onze drie barokmeesters, Rubens, van Dyck en Jordaens letterlijk op één rij – en waar ze historisch thuishoren


Aan de rand van het havengebied maar ook aan de Scheldekaaien zelf komt alsmaar meer hedendaagse hoogbouw, die ons vertrouwde redezicht elk decennium bijstelt. Toch blijven de monumentale kerken nog net uitsteken boven de rijen daken van het oude stadsgedeelte en verschrompelen ze nog niet in de schaduwen van nog meer compacte torengebouwen en – bouwvolumes. Voor de trage verkeersdeelnemer, de voetganger, misschien een pelgrim, de fietser, blijven ze vertrouwde, zichtbare oriëntatiepunten (ook bij nacht) door hun exterieur.

Ook in aantal kunstwerken, en in het bijzonder schilderijen, is dit kerkinterieur goed gevuld. De iets meer dan levensgrote sculpturen en geschilderde figuren zijn bedoeld om van op afstand bekeken te worden en nog altijd menselijk te lijken. Zij vullen het interieur zodat je je nooit alleen zou voelen.

Vijftien schilderijen vormen één doorlopend verhaal: de ‘Mysteriën van de rozenkrans’. Dat hangt nauw samen met de orde van de dominicanen, of juister: Predikbroeders. Hun verkondiging door toespraken (preken) ligt in het verlengde van het evangelie van Johannes ‘In den beginne was het Woord …’, maar het beeld zal snel volgen en in de periode van de katholieke Contrareformatie een maximum aan zeggingskracht halen uit de barokke vormgeving.

Op deze plek kunnen we stilstaan bij de Italiaanse meester van de licht-en-schaduweffecten, Caravaggio, en nagaan na hoe ‘onze’ schilders’ die techniek gebruikten om hun visie over te dragen.

We kunnen hier nogmaals een tekst uit dezelfde periode bij de hand nemen: het Schilder-Boeck van Carel van Mander, waarin deze auteur, zelf kunstenaar, de schilders van de Lage Landen sedert Van Eyck beschrijft en becommentarieert hoe de Italiaanse invloeden hun stempel drukte op onze kunstenaars:

De beoefenaars onzer kunst, die zich langen tijd buitenslands, vooral in Italië, hebben opgehouden, brengen bij hun thuiskomst gewoonlijk een wijze van werken mede, welke de gebruikelijke oude Nederlandsche manier in schoonheid en voortreffelijkheid te boven gaat, of waarin men een ongewone knapheid en kunstvaardigheid constateert.

Beter dan elders toont deze locatie de kunsthistorische evolutie en hoe de leerlingen die Rubens, Van Dyck en Jordaens ooit waren uit de schaduw van hun leermeesters treden.

Scroll naar boven