Wapper: het Rubenshuis

Route Oost begint aan de Wapper, hoek Meir. We hebben hier heel wat te vertellen.

Is dit voor jou het begin van de wandeling, dan kan je eerst in de tijdlijn kijken en luisteren naar ‘Tijdlijn 1600 – Portret van een oude vrouw’. Op dit parcours komen in de Tijdlijn ook Rubens zelf en zijn echtgenotes aan het woord.

De binnenkoer van het Rubenshuis

Op 19 juni 1622 schreef Rubens “Ik heb ook een boek gepubliceerd over de architectuur van de mooiste palazzi in Genua.”
Met zijn eigen woning en vooral atelier, bracht hij een stukje Italië naar Antwerpen.


Kijk naar het Rubenshuis (nu de nummers 9-11 aan de Wapper). Beeld je in dat de tijdmachine je meer dan 400 jaar terugbrengt, naar 1611, maar dat je verbonden blijft met vandaag.

De bescherming van de privacy zou ons verbieden de aankoopakten, testamenten, volmachten, bouwvergunningen in te zien, maar voor de latere generaties zijn ze een goudmijn aan gegevens.

In 1611 kocht Rubens een huis met veel grond aan de Wapper voor 7.600 gulden (ca €125.000). Hij begon met renovaties en liet een atelier bouwen boven de bestaande funderingen. De bouw nam veel tijd in beslag en kostte hem misschien wel tien keer zoveel boven die aankoopprijs. In geld van vandaag een investering van meer dan een miljoen euro.

Met de inkomsten voor zijn monumentale schilderijen, moet Rubens ook naar maatstaven van vandaag een fortuin opgebouwd hebben. Uit de zogenaamde Staetmasse, vijf jaar na zijn overlijden opgesteld, blijkt een vermogen van 400.000 gulden, hetzij meer dan 5 miljoen euro!

Zoals vandaag waren de burgers van de 17e eeuw plannenmakers: Peter Paul en Isabella voorzagen, in een wederkerige wilsbeschikking dat broer Filips en vader Jan Brant voogden zouden worden van hun kinderen (maar Filips overleed als eerste). Voor zijn beide huwelijken, zoals het hoort, sloot Rubens met zijn toekomstige een huwelijkscontract af. Bij overlijden werden de contracten en testamenten zorgvuldig uitgevoerd.

De erfenis werd opgesplitst tussen de kinderen van beide huwelijken, niemand werd tekortgedaan. Zoon Albert kreeg de boeken, de medailles deelde hij voor de helft met zijn broer Nicolaas. Helena behield haar juwelen en haar kleren “de cleederen, wolle, syde, goude, silveren ende lijne thaeren lyve dienende”.

Scroll naar boven