Kloosterstraat: De verdwenen Sint-Michielsabdij
In zovele Antwerpse straten vind je de soms schamele sporen van abdijen en kloostergemeenschappen; in de Kloosterstraat herinnert alleen de naam aan het meest prestigieuze adres van de stad, dat alle andere in de schaduw zette.
Wanneer je historische stadsplannen van Antwerpen bekijkt, zoals ‘Scribani’ uit 1610, zal je versteld staan van die alomtegenwoordigheid van de kloosters en religieuze gemeenschappen. Dat hangt samen met de katholieke Contrareformatie vanaf 1585. In de 17e eeuw hebben vooral onze geliefde aartshertogen Albrecht en Isabella religieuze ordes geïnviteerd en/of gesteund.
Wat zouden onze meesters daarvan nog herkennen in het huidige stadsbeeld: nauwelijks iets, ook al is het stratenplan van de oude kernstad ongewijzigd sedert ongeveer 1600. De meeste kloosters verdwenen tijdens de Verlichting, door keizer Jozef II van Oostenrijk of daarna door de Franse Revolutionairen.
Tijdens onze stadswandeling maken we je toch her en der attent op enkele geveltjes of huysinghen die je rond 1640 had kunnen zien.
In deze straat, aan de huisnummers 31 tot 37, zouden bij Rubens zeer zeker de tranen in de ogen springen.
Waar is de Sint-Michielsabdij, met het graf van mijn zeer geliefde mama Maria Pijpelinckx? En die van mijn broer Filips?
Waar had ik mijn eerste atelier (ongeveer Kloosterstraat 35)?
Waar woonde mijn buurmeisje en eerste echtgenote, Isabella, dochter van stadssecretaris Jan Brant?
Dat er op het Zuidkasteel nu een Museum staat (met zijn eigen zaal), zou hij met de nodige verwondering kunnen accepteren. Hij kende het begrip Kunstkamer zoals zijn mecenas Cornelis van de Geest er een had (geïdealiseerd geschilderd door Willem Van Haecht en in de collectie Rubenshuis) en was zelf prominent aanwezig in de galerijen van de vorsten.
En in deze straat zelf kon hij waarschijnlijk monkelend enkele kunstgalerijtjes bezoeken en bij boekhandelaren op zoek gaan naar de producties van zijn klasgenoot, zakenpartner en goede vriend Balthazar Moretus.