Anthony van Dyck: portretstudie
In Snijders&Rockoxhuis (kamer 7-8 Keuken)
De stijl en techniek van de glanzende, bruine achtergrond hebben ertoe geleid dat die kleur of tint omschreven werd als Van Dyck brown.
Begin er maar aan.
Als leerling bij een leermeester zal je eerst leren verf mengen, achtergronden schilderen, de grote vlakken vullen, tot de dag: je eerste portret. Misschien heb jij stiekem jezelf al eens in conterfeytsel gezet: heb je ‘t gewaagd om jezelf op papier of op schilderdoek te zetten? En hoe dikwijls nam je al genoegen met een selfie-klik?
In het schildersambacht was portretschilderen het instapmodel. Je kwam toe met kleine paneeltjes, had geen 256 kleuren nodig en als de verf snel droogde, kon de klant het bijna direct mee naar huis nemen. Dat laatste is wat overdreven, maar het doel van portretteren ging van het herinneren aan een geliefde tot het aanwezig stellen van een heilige als rolmodel: in beide gevallen, realisme met allicht een laagje idealisering.
De meesters zagen al lang de mogelijkheden tot psychologische diepgang: in de grote taferelen, met vele aangezichten, ieder het zijne: vreugde, verdriet en alle emoties daartussen. Van de belangrijkste individuele personages werd meer dan één portretstudie uitgevoerd, in tekening eerst voor de lijn, in verf daarna voor de tinten van de huid.
Van Dyck maakte deze olieverfschets tijdens zijn eerste Antwerpse periode vermoedelijk rond 1618. Het is de studie van een mannenhoofd dat model stond voor verschillende voorstellingen van de heilige Hieronymus, waarvan een volledig heiligenportret te zien is in het Maagdenhuis, al is dat exemplaar waarschijnlijk door een leerling gemaakt.
Met van Dyck maakt de portretschilderkunst de grote sprong voorwaarts. In zijn Italiaanse periode (1621-1627), krijgt hij de kans om de aristocratie te portretteren; dat biedt de gelegenheid rijke stoffen, parels en goud weer te geven, maar ook de glans van de ogen. En mogen die de spiegels van de ziel zijn, dan tonen ze met de trekken van houding, handen en in de barok vooral gelaat, een kijk op het karakter van het personage: het uiterlijke als imago van het innerlijke.
Door zijn verblijf in Engeland, waar hij soms tot twee portretten per dag afwerkte, heeft van Dyck een sterke invloed uitgeoefend op het portret in de Engelse schilderkunst.
In theatrale barokstijl het geënsceneerde portret, met een achtergrond van hangend gordijn, doorkijk naar landschap en grondbezit, attributen die voornaamheid, wellicht zelfgenoegzaamheid uitdrukken. Maar, overtuigender voor ons gevoel, de eenvoudige maar niet simpele uitvoeringen, waarmee we bedoelen: de essentie van een geportretteerde op effen bruine achtergrond.
Die stijl en techniek hebben ertoe geleid dat de kleur of tint, bekend als Keulse aarde[1], in de 18e eeuw omschreven werd als Van Dyck brown; de mooie glans werd bereikt door bitumen als ingrediënt. Je vindt de tube met die acrylverf in de kunstenaarswinkel tegenover de Academie.
[1] Cassel Earth / Terre de Cassel , de Cologne